Bals en toneelvoorstellingen
De herensociëteiten vormen het kader waarbinnen de Bossche elite elkaar ontmoet. De VSC organiseert voor haar leden muziekavonden, bals en toneelvoorstellingen. En carnaval! Niet verwonderlijk dus dat de vereniging in 1882 betrokken is bij de oprichting van de Oeteldonksche Club.

Koude en ongemak
Al vanaf 1829 (het eerste jaar na haar oprichting) beschikt de VSC over een grote concert- en balzaal; het Casino aan De Papenhulst in ’s-Hertogenbosch. Betiteld als schouwburg, maar in werkelijkheid niet meer dan ‘eene houten loods die niet voldeed aan de eischen die men destijds voor eenen schouwburg stellen mocht. Koude en ongemak moesten de liefhebbers van Tooneel zich in den houten tent getroosten wilden zij in den Bosch eene tooneeluitvoering zien. Weinig behoefte aan weelde hadden alzoo de leden’.

Verzoekschrift aan Koning Willem I
In de eerste jaren is het voorzitterschap in handen van Burgemeester Jhr. mr. A.G. Verheijen. Het is hij die voor de bouw van een nieuwe concert- en balzaal een verzoekschrift aan Koning Willem I richt met de vraag om een voorschot van ƒ20.000,- uit het Fonds ter bevordering van de Nijverheid. Ondanks dat het doel van de sociëteit niets te maken had met de nationale nijverheid waarvoor het fonds bedoeld was, werd het bedrag toch aan de sociëteit toegekend. 21 november 1853, bij het 25-jarig bestaan van de VSC wordt een nieuwe, bakstenen en beter geoutilleerde zaal geopend. De eerste echte schouwburg van ’s-Hertogenbosch.

Ballotage en damesleden
De sociëteit (huis én tuin) is vanaf 1829 dagelijks vanaf 8.00 uur ’s-ochtends geopend. Lidmaatschap van de VSC was voorbehouden aan de hogere standen waardoor elke ledenvergadering het ‘ballottiëren’ een vast agendapunt was. Al omstreeks 1850 bezat de VSC damesleden terwijl de overige sociëteiten pas eind 19de eeuw dames als lid toelieten.

De Casinotuin
Dankzij een raadsbesluit van 22 oktober 1867 kan de VSC eindelijk de door haar zo felbegeerde ‘waschbleek met de daarop zich bevindende vuilnisbelt voor een huursom van ƒ2.285,- ’s jaars en voor de tijd van 30 jaar’ van de gemeente huren. De sociëteit ‘transformeerde deze tot een mooie tuin, de Casino-tuin… Zo werd die bleek tot eenen sierlijken tuin met eene rustieke brug over de Dieze aangelegd geworden en daarin geplaatst een vaste muziektent’. Het stedelijk orkest en de militaire en plaatselijke muziekkorpsen die daar regelmatig concerten gaven, ontvingen ƒ100,- per concert en één consumptie voor de ‘executanten’. Behalve concerten werden er ook regelmatig openluchtvoorstellingen en -bals in de Casinotuin georganiseerd.

Op 21 juli 1879 koopt de VSC ‘voor ƒ17.500,- den tuin van de gemeente den Bosch zoodat zij van nu af aan ook daarvan de eigenares was’. Na de bouw van het Casino op de Parade werd het weer een openbaar plantsoen.

‘Wij zijn een stad geworden’
In 1935 verhuist de VSC van de Papenhulst naar de Parade waar een volwaardige schouwburg wordt gebouwd. Een schouwburg met sociëteitsruimten in plaats van een sociëteit met ruimte voor toneel, muziek en film. Trots stelde de toenmalige burgemeester van Lanschot vast: ‘Wij zijn een stad geworden’. Deze schouwburg was niet meer slechts toegankelijk voor leden en gasten van de VSC maar voor alle Bosschenaren.

Bepalend voor het culturele leven
De VSC is in de 19de en eerste helft van de 20ste eeuw bepalend voor het culturele leven in ’s-Hertogenbosch. In Nederland wordt het cultuurbeleid in de loop van de 20ste eeuw meer en meer overgenomen door de overheid. In ’s-Hertogenbosch echter blijft het Casino tot in de jaren ’60 een particulier theater, geëxploiteerd zonder overheidsgeld, want pas in 1965 draagt de VSC het Casino over aan de gemeente.

Theater, bioscoop en dancing
Behalve als theater is het nieuwe Casino ook in gebruik als dancing. Elke zaterdag- en zondagavond is er gelegenheid om te dansen in de Casino-cabaretzaal. Al vrij snel na de opening krijgt het Casino een bioscoopvergunning. Dat laatste door inzet van Pierre Martens die vanaf 1937 beheerder van het Casino wordt. Het aantal leden en het aantal bezoekers aan de voorstellingen is echter lang niet altijd voldoende. In de jaren ’30 en ’40 ontsnapt het Casino enkele keren aan een faillissement.

Tweede Wereldoorlog en herstelwerkzaamheden
In Tweede Wereldoorlog wordt het Casino gevorderd door de Duitse Wehrmacht. Het gebouw heeft veel te lijden door het gebruik door de bezetter. Na de oorlog duurt het even voordat alle benodigde herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd en het theater weer volledig in gebruik kan worden genomen.

Verkoop aan de gemeente
Door afname van het theaterbezoek en het uitblijven van financiële steun van de gemeente is het in de jaren ’50 elk seizoen een hele klus om de exploitatie van het theater rond te krijgen. In seizoen 1962 – 1963 ontvangt het Casino voor het eerst een subsidie van ƒ50.000,- van de gemeente ’s-Hertogenbosch.

In 1965 neemt de gemeente de schouwburg over van de vereniging en in 1967 wordt Luc van Gent door de gemeente aangesteld als schouwburgdirecteur. Wel blijft er, naast de reguliere programmering een VSC-programma bestaan.

Twee jaar zonder theater
In 1974 wordt het Casino gesloopt voor een nieuw te bouwen schouwburg. De gemeente heeft geen vervangende ruimte beschikbaar voor de VSC. De sociëteit wil echter geen twee jaar stilzitten dus zorgt het bestuur voor vervangende voorstellingen in Tilburg en alternatieve, kleinere activiteiten in ‘s-Hertogenbosch.

Bekoelde relatie gemeente en VSC
In 1976 is de officiële opening van het nieuwe Casino. De relatie tussen de gemeente en de VSC is inmiddels danig bekoeld omdat de VSC, via de rechter onder de door de gemeente bij de aankoop van het gebouw bedongen contractuele verplichtingen wist uit te komen. De rechter beslist dat zowel de verplichting om minimaal 23 voorstellingen per jaar te leveren als de extreem hoge zaalhuur niet meer van kracht zijn. Wel behoud de VSC het recht om tien ledenvoorstellingen per seizoen te programmeren in het Casino.

Fonds voor Cultuur
Vanaf de jaren ’70 fungeert de VSC als een vereniging voor theater en een fonds voor cultuur. Met de opbrengst van de verkoop van het Casino aan de gemeente zet de VSC zich in voor culturele initiatieven in de stad. Zo heeft de Sociëteit financieel bijgedragen aan aantal belangrijke Bossche culturele instellingen en initiatieven. In 1985 maakt de VSC met een garantiesubsidie van ƒ45.000,- mede de start mogelijk van Boulevard of Broken Dreams dat later onder de naam Theaterfestival Boulevard een belangrijke rol zou gaan spelen in het Bossche en landelijke culturele veld. In 1987 geeft de VSC ƒ85.000,- aan Theater Bis, de voorloper van de huidige Verkadefabriek waardoor het kan blijven voortbestaan. Deze bijdrage wordt gedaan op verzoek van de gemeente ’s-Hertogenbosch en zorgt er tevens voor dat de VSC onder haar laatste financiële verplichtingen richting gemeente en Casino uitkomt.

Vereniging voor Theater
Elk seizoen organiseert de VSC ongeveer acht voorstellingen voor haar leden. Meestal in Theater aan de Parade, soms op een andere, verrassende locatie. Daarnaast is de laatste jaren het aanbod uitgebreid met film (de VSC-filmclub) en extra activiteiten zoals voorbesprekingen, de VSC-cabaretclub en bezoek aan festivals of voorstellingen in of buiten de stad. Een forse groei van het ledenaantal en de samenwerking met verschillende culturele instellingen laat zien dat de VSC, ook na bijna 200 jaar nog steeds een bijzondere rol vervult. Dat is vanzelfsprekend te danken aan de rijke en bewogen historie en de onuitwisbare band met het culturele leven in ’s-Hertogenbosch maar ook aan de liefde en aandacht voor theater en cultuur.

[1] Redoute: gemaskerd bal